Gijs’ eerste indruk van het samenwerkingsverband vo Noord-Kennemerland was gelijk goed. “Al bij mijn sollicitatiegesprek met de adviescommissie merkte ik dat ik tegenover een zeer professionele organisatie zat. En bij mijn eerste werkdag viel mij direct het fijne en vriendelijke klimaat op. Het samenwerkingsverband heeft aandacht voor de mens.” Die aandacht is voor Gijs van de Beek het uitgangspunt, aandacht voor de jongeren en hun ouders. “Maar”, zo onderstreept de nieuwe directeur-bestuurder, “aandacht voor professionals op de scholen die dagelijks met de jongeren werken, is net zo belangrijk.”
Toen Gijs de vacature van het samenwerkingsverband vo Noord-Kennemerland zag, was hij gelijk enthousiast. “Ik heb bij meerdere samenwerkingsverbanden gewerkt. De collega’s van dit samenwerkingsverband hebben een voorbeeldfunctie in het land. Ze zijn betrokken bij meerdere overleggen, zoals met de VO-raad en het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Er zijn in dit samenwerkingsverband mooie initiatieven ontwikkeld, zoals onder andere route nieuwkomers, proeftuin schoolaanwezigheid, transfercoach vo-mbo. Ik ben blij dat ik de kans kreeg om met deze groep ondernemende professionals aan de slag te gaan. Vanaf de eerste dag ben ik hartelijk ontvangen. Wat mij opviel is dat alle medewerkers graag voor het samenwerkingsverband werken. Ze zijn betrokken en ambitieus. Het is gewoon een prettige organisatie.”
Werken in een netwerk
Gijs is gepokt en gemazeld in het onderwijs. Zijn hart ligt daarbij van meet af aan bij jongeren die het wat lastiger hebben. “Ik heb altijd gewerkt voor jongeren met een ondersteuningsvraag. Na de pedagogische academie ben ik gestart als docent van een MLK-school. In de avonduren studeerde ik orthopedagogiek. Later deed ik ervaring op bij een school voor praktijkonderwijs en werkte ik een tijd bij onderwijsadviesbureau KPC Groep. Ook daar was ik vooral actief in de divisie voortgezet onderwijs. Ik heb me altijd voor deze jongeren ingezet, om te zorgen dat ze een goede plek krijgen in de maatschappij.”
Met deze ervaring paste Gijs goed in de samenwerkingsverbanden die met de wet op passend onderwijs in 2014 werden opgericht. Zo werkte hij voor samenwerkingsverband Zuidoost Drenthe en voor het samenwerkingsverband in Deventer. “Werken in een netwerk heb ik altijd belangrijk gevonden. In een samenwerkingsverband ben je niet een directeur die zegt hoe het moet gaan, je bent afhankelijk van de partners die in het netwerk zitten, zoals gemeenten, jeugdzorg, GGD, J&G coaches en leerplichtambtenaren en natuurlijk het onderwijs. Dat is niet altijd makkelijk. Iedere partner heeft zijn eigen jargon, eigen wetten en visie. Toch, als iedereen de doelstelling heeft voor jongeren met een extra ondersteuningsvraag een passende plek te vinden, dan heb je een gezamenlijke ambitie en kun je de agenda gelijktrekken. Zo heb ik altijd gewerkt.”
Brede blik
Gijs heeft daarbij de rol van de samenwerkingsverbanden in acht jaar steeds meer zien verbreden. “Dat heeft te maken met de decentralisatie van het sociaal domein. Gemeenten moesten meer gaan samenwerken met GGD, jeugdhulp en onderwijs. Dat is het netwerk dat gecreëerd moest worden. De meerwaarde is dat de samenwerkingsverbanden zich mee ontwikkelden. Ze zijn niet alleen bezig met onderwijs, maar breder met alle aspecten waar jongeren mee te maken hebben: vrije tijd, sport, gezin, de wijk. De omgeving van de jongere is vele malen groter dan alleen de klas. Een krachtig interprofessioneel netwerk is een voorwaarde om iedere jongere een stevige toekomst te kunnen bieden. De samenwerkingsverbanden zijn dan ook steeds breder gaan werken. Dat heeft de kwaliteit van ons werk versterkt.”
En zo wil Gijs ook binnen het samenwerkingsverband de kwaliteit nog verder versterken. “De consulenten hebben daarbij een belangrijke rol. Hun toegevoegde waarde schuilt in het observeren en zien wat we kunnen doen, bijvoorbeeld door een project op te starten als ‘Van praktijkonderwijs naar arbeid’. Zij hebben die brede blik. De multidisciplinaire overleggen waarbij de consulenten aansluiten, zijn bijzonder belangrijk. Deze overleggen zijn heel leerlinggericht. De jongere op welk niveau dan ook moet kunnen meepraten, samen met de ouders. Dat doen de consulenten enorm goed. Zij hebben overzicht en kennen alle mogelijkheden.”
Mentoren en docenten als spil
Naast jongeren en ouders wil Gijs expliciet aandacht hebben voor mentoren en docenten. “De mentoren en docenten hebben dagelijks te maken met twintig tot dertig jongeren in de adolescentiefase. Dat is niet makkelijk. We moeten oog hebben voor dat stukje. Mentoren en docenten zijn de spil. Samen met de professionals van de ondersteuningsteams vormen zij het hart van het onderwijs. Dagelijks geven zij jongeren de kans om te leren en zich te ontwikkelen. Daarom biedt het samenwerkingsverband specifiek ondersteuning aan deze groep. Iedereen die eromheen loopt, ook mensen zoals ik, moet van toegevoegde waarde zijn op wat er op school gebeurt.”
En Gijs heeft nog meer ambities voor het samenwerkingsverband. Verder vorm geven aan de verbinding van onderwijs en zorg, het verder versterken van veerkracht van jongeren, vorm geven aan duurzaamheid en inclusie. Mijn passie ligt bij de jongeren die ondersteuning nodig hebben. Zij mogen in alle opzichten vertrouwen krijgen en een passende plek in de maatschappij. Een werkplek of dagbestedingsplek, met of zonder diploma, dat maakt niet uit – als het maar past: sterke kinderen met een stevige toekomst.”
Heel bottom-up
Veel vertrouwen heeft Gijs daarbij in het team van het samenwerkingsverband. “Het samenwerkingsverband vo Noord-Kennemerland werkt heel bottom-up. Ik ben ervan overtuigd dat dat werkt. We moeten ons telkens afvragen: Als we dat doen, is het dan goed voor de jongere? Dat geldt ook voor beleid. Bij elke beleidsverandering moeten we nagaan welke consequenties die heeft voor de jongeren. Ik zie dat hier echt gebeuren. We werken hier met hart voor de jongeren. Op die manier wil ik het werk voortzetten met mijn collega’s.”